LPK 51, voorjaar 2022.
Het Leids Projectkoor zoekt het dit voorjaar in extremen. Van carnaval tot kruis. Van lallende lansknechten tot treurende gelovigen. Van onmatigheid tot onthouding. Van duivels tot geliefden. Van Vette Donderdag tot Goede Vrijdag.
Adriano Banchieri (1567-1634) schreef de madrigaalkomedie Festino nera sera del Giovedì grasso avanti cena (1608) voor een carnavalsviering in Venetië, naast zijn werk als kerkmusicus en Benedictijner monnik. Vrienden vieren hun gezelschap, de liefde en de drank. Zelfs de dieren zingen mee.
De Nederlandse componist Robert Heppener (1925-2009) gebruikt in Canti carnascialeschi (1966) teksten die geschreven zijn voor het uitbundige carnaval van Florence ten tijde van de kunst- en feestliefhebber Lorenzo de Medici, ‘Il Magnifico’. Carnavalsliederen die verder afstaan van ‘Bij ons staat op de keukendeur’ vind je niet snel. Hij laat de koorstemmen in virtuoze partijen over elkaar heen tuimelen en duivels onheilspellend fluisteren.
Na al die uitspattingen is het tijd voor vasten en contemplatie. De Poolse componist Paweł Łukaszewski (1968) maakte in zijn Responsoria tenebrae (in 2010 geschreven voor The King’s Singers) ook nieuwe muziek van oude teksten, nu over de kruisiging van Jezus. De duisternis die neerdaalt over het land vangt hij in schrijnende akkoorden.
Sicut cervus van Palestrina brengt het programma terug naar het licht. De tekst klonk traditioneel bij het inzegenen van het water voor de doop op de zaterdag voor Pasen.
Uitvoeringen waren op zondagmiddag 27 maart en zaterdagavond 2 april.